Een volle zaal in de Pekhoeve in Ulvenhout tijdens de avond van de Vereniging Markdal over hoe de hoge zandgronden in Zuid-Nederland klimaatbestendiger kunnen worden gemaakt.
De vereniging vond drie sprekers met allemaal hun eigen expertise op dit gebied bereid om daar hun licht over te laten schijnen met uiteraard speciale aandacht voor de rivier de Mark en het stroomgebied van de rivier. Niet voor niets koos de vereniging voor de ietwat prikkelende vraag ‘Houden we in de nabije toekomst droge voeten in Breda?’ En eigenlijk hadden ze alle drie een positieve boodschap. De huidige plannen die de Vereniging Markdal in samenwerking met de gemeenten Breda, Alphen-Chaam, de provincie en het waterschap Brabantse Delta hebben ontwikkeld voor de herinrichting passen goed in de nieuwe manier waarop we in de toekomst moeten gaan kijken naar omgaan met water of ook omgaan met droogte.
Van water vasthouden in de hoge zandgronden, herstel van het grondwaterpeil in gebieden waar dit de laatste decennia massaal ‘opgesoupeerd’ is en slim omgaan met extreme regenval en plaatsmaken voor water waar dit kan. Het kwam allemaal aan de orde in de Pekhoeve.
Bestuurslid en initiator van de discussieavond, Joost de Jong, zei ter introductie dat de regering recent een brief heeft geschreven aan de Tweede Kamer waarin extra maatregelen worden aangekondigd dat er het water in de hoge rivierdalen in de hoge zandgronden schoner moet worden. Goede zaak is dat er niet langer alleen gekeken wordt naar de rivierdalen maar dat het hele stroomgebied wordt meegenomen inclusief de beekjes die op de rivieren uitkomen.
Pieter Schergenga was de eerste spreker. Hij runt als landschapsarchitect een bureau in Amersfoort en deed onderzoek naar waterkwaliteit in de hoge zandgronden. Zijn bureau maakte onder andere het landschapsplan voor de tweede Maasvlakte. Hij gaf aan dat de plannen voor het Markdal met nieuwe meanders en soms twee rivierlopen naast elkaar een bijdrage kan leveren aan het omgaan met soms teveel en soms te weinig water. Grote opgaven zijn volgens hem voor ons land om om te gaan met de stijging van de zeepspiegel. Ruim één meter hoger in de 22e eeuw lijkt ver weg maar is minder ver dan je denkt als we beseffen dat de Deltawerken een halve eeuw in beslag hebben genomen. Een tweede uitdaging is hoe we het letterlijk leeggezogen grondwaterreservoir weer op peil kunnen krijgen. Voor de ondernemers in het Markdal ook goed nieuws. Schergenga is ervan overtuigd dat met ander grondgebruik de tegenstellingen tussen natuur en landbouw kunnen worden overbrugd. Tot slot waarschuwde hij voor de plaats waar de A58 de rivier de Mark kruist. Hij noemt het een muizengaatje waar iets aan moet worden gedaan om de waterkwaliteit ook daar aan te kunnen pakken. “Pas op anders ligt het er weer 40 jaar zo bij”.
Frank van Lamoen was de tweede spreker. Hij maakt deel uit van een provinciaal team dat de klimaatadaptie water als hoofdmoot van de werkzaamheden heeft. Hij noemde het landschap een soort emmer waar water in (regen) en water uitgaat (beregening). Een emmer waar voldoende water van goede kwaliteit in moet zitten en die emmer is leeg. Het grondwaterpeil moet dus met maatregelen worden aangevuld. Wat er valt moet maximaal worden vastgehouden, lagere delen moeten structureel natter worden gehouden en er moet meer ruimte komen voor het opvangen pieken in de regenval. Onlangs hebben waterschappen een convenant gesloten om de grondwateremmer weer aan te vullen. De provincie hoopt dat steeds meer gemeenten zich daarbij aan zullen sluiten.
Landschapsarchitect Jan Janse sloot het rijtje sprekers af. Hij schreef tien jaar geleden het bidboek dat aan de wieg stond van de plannen die de Vereniging Markdal samen met haar partners maakte voor het Markdal. Hij hield de aanwezigen voor het erg belangrijk is om in de bovenloop van de Mark water te bergen/vast te houden en te zorgen voor een goede organische bodem. Daardoor wordt het mogelijk om 20 tot 30 procent meer water vast te houden.
U kunt de presentaties van de sprekers hieronder terugvinden:
Pieter Schergenga van bureau H+N+S
Frank van Lamoen team klimaatadaptatie van de provincie Noord-Brabant